Steven Voser Bijgewerkt op:Februari 6, 2024Geverifieerd door: Arno HazekampGeverifieerd door: Arno HazekampSinds de introductie ervan, ruim tweehonderd jaar geleden, fungeren de termen 'indica' en 'sativa' als de belangrijkste manier om wietplanten te categoriseren, gebaseerd op hun uiterlijk en veronderstelde effecten. Maar hoe relevant is dit eeuwenoude onderscheid vandaag de dag nog?
Indica en sativa zijn twee subsoorten van cannabis. En zowel kwekers als gebruikers houden vol dat de twee opvallende verschillen vertonen. Maar nieuw onderzoek suggereert dat dit eeuwenoude onderscheid tussen Cannabis indica en Cannabis sativa misschien helemaal niet zo duidelijk is. Lees verder en ontdek meer over indica- versus sativa-wiet!
Wat betekenen de termen 'indica' en 'sativa'?
Cannabis sativa werd in 1753 voor het eerst door de Zweedse botanist Carl Linnaeus beschreven. Moderne biologen geloven dat Linnaeus zijn omschrijving waarschijnlijk baseerde op de wietplanten die in die tijd in Europa groeiden. Deze werden gebruikt voor de productie van vezels, voedzame zaden en hennepolie (). Waarschijnlijk leken deze cannabisplanten op wat we nu 'industriële hennep' noemen; planten met lange, vezelachtige stengels, heldergroene bladeren en luchtige toppen die weinig THC bevatten.
De term 'Cannabis indica' kwam daarentegen in 1785 van de Franse bioloog Jean-Baptiste Lamarck. Hij gebruikte het woord voor cannabissoorten uit India. Deze planten verschilden aanzienlijk van de wietplanten die Linnaeus dertig jaar eerder beschreef. Ze waren namelijk kleiner, en hadden brede, donkergroene bladeren. Ook produceerden ze harsrijke toppen met veel THC. In India en nabijgelegen regio's gebruikte het volk deze toppen bij spirituele ceremonies. Gezien de grote verschillen, stelde Lamarck voor om de planten als twee verschillende soorten te classificeren ().
Nu, ruim tweehonderd jaar later, wordt er over de termen 'indica' en 'sativa' flink gediscussieerd. Veel wiettelers en blowers gebruiken de woorden nog altijd om wietplanten te onderscheiden op basis van hun vorm en, misschien nog wel interessanter, effecten.
Wat zijn indica, sativa en hybride strains?
De term 'strain' verwijst naar een specifieke cultivar (d.w.z. een selectief gekweekte plantensoort) met unieke groeikenmerken, effecten of aroma's. In tegenstelling tot andere planten die sterk zijn gehybridiseerd en gestabiliseerd, heeft cannabis nog steeds een rijke genenpool waaruit veel verschillende cultivars kunnen voortkomen.
Als je cannabis strains op het internet of op het menu in de coffeeshop bekijkt, zul je zien dat ze meestal als 'sativa', 'indica' of 'hybride' worden gecategoriseerd. Deze classificatie is meestal afkomstig van breeders en zadenbanken, gebaseerd op de fysieke kenmerken, genetica en veronderstelde effecten van de plant.
Sativa strains worden meestal bestempeld als grote planten met slanke, heldergroene bladeren, veel ruimte tussen de knopen (of takken) en een langere bloei (wat betekent dat de toppen langer moeten rijpen).
Indica strains zijn meestal kleinere planten met brede, donkergroene bladeren, minder ruimte tussen de knopen en een korte bloei.
Hybride strains bevatten genen van zowel indica als sativa, in variërende hoeveelheden. Daarom hebben ze zowel indica- als sativa-achtige kenmerken. Op het menu van coffeeshops staat bij hybrides vaak een percentage van de indica- en sativa-genen vermeld.
Hebben indica's en sativa's inderdaad een andere impact?
Zowel veel wiettelers als -gebruikers houden steevast vol dat indica's en sativa's aanzienlijk in effect verschillen. Over het algemeen stellen ze het volgende:
Cannabis sativa werkt opwekkend. Het produceert energieke, opbeurende en creatieve cerebrale sensaties (bekend als 'high zijn').
Cannabis indica werkt ontspannend. Het veroorzaakt slaperige, fysiek ontspannende en soms bedwelmende effecten (bekend als 'stoned zijn').
Veel wiettelers, gebruikers en zelfs sommige professionals houden nog steeds vast aan deze traditionele opvatting. Toch blijkt dit niet uit de wetenschappelijke literatuur over de oorzaak van de diverse effecten van wiet.
Volgens de classificaties van Linnaeus en Lamarck, zou je kunnen stellen dat de verschillende effecten van sativa en indica te wijten zijn aan de mogelijke verschillen in de concentraties cannabinoïden. De door Lamarck beschreven indica's bevatten waarschijnlijk meer THC dan de door Linnaeus beschreven vezelige hennepplanten. Maar tegenwoordig houdt deze theorie geen stand meer. Er zijn tenslotte zowel indica's als sativa's op de markt die veel THC bevatten. Ook uit studies blijkt dat er geen aanzienlijke verschillen meer tussen deze strains zitten als het gaat om de concentratie cannabinoïden (Watts et al., 2021).
Meer recent onderzoek suggereert dat de concentratie terpenen mogelijk impact heeft op de psychoactieve effecten van verschillende soorten wiet. Arno Hazekamp et al. (2016) onderzochten bijvoorbeeld de chemische samenstelling van 68 sativa's en 63 indica's (de variëteiten werden door hun leveranciers als 'indica' of 'sativa' beschouwd). Met gaschromatografie met vlamionisatiedetectie konden Hazekamp en zijn collega's het gehalte cannabinoïden en terpenen van de verschillende testmonsters analyseren. Ze ontdekten daarbij dat sativa's en indica's in feite op basis van hun terpenengehalte te onderscheiden waren.
Meer specifiek bleek uit het onderzoek dat:
sativa's over het algemeen hogere concentraties trans-bergamotene, trans-bèta-farnesene, delta-3-careen en terpinoleen bevatten.
indica's over het algemeen hogere concentraties bèta- en gamma-eudesmol, guaiol, myrceen en gamma-elemene bevatten. Daarnaast werden gehydroxyleerde terpenen (terpenen met een alcoholische -OH-groep aan het molecuul), zoals bèta/gamma-eudesmol, guaiol, alfa-terpineol en borneol, bijna uitsluitend in indica-monsters aangetroffen.
Dit onderzoek biedt inzicht in de mogelijke oorzaken van de gevarieerde effecten van wiet. Toch wijzen de bevindingen ook op iets wat veel belangrijker is, namelijk de noodzaak om cannabis op een andere manier te classificeren; niet op basis van de veronderstelde genetische of geografische oorsprong, maar op basis van de chemische samenstelling.
Voor meer informatie kun je de papers van Arno Hazekamp lezen:
An Indian Perspective on Cannabis for Treatment of Pain
That which we call Indica, by any other name would smell as sweet. An essay on the history of the term Indica and the taxonomical conflict between the monotypic and polytypic views of Cannabis.
Iets over type I, type II en type III labels voor cannabis
In een poging het debat te beëindigen, maken sommige mensen in de cannabisindustrie zich hard voor een nieuw model. Zij willen cannabis 'chemovars' op basis van het THC- en CBD-gehalte classificeren. Dit model werd in de jaren 70 voor het eerst voorgesteld voor juridische en forensische doeleinden () en behelst drie verschillende types cannabis:
- Type I - Cannabis die vooral rijk aan THC is
- Type II - Cannabis met relatief uitgebalanceerde hoeveelheden THC en CBD
- Type III - Cannabis die vooral rijk aan CBD is
Het valt je vast op dat dit model geen rekening houdt met de verschillen in terpenen, die waarschijnlijk een belangrijke rol spelen bij de manier waarop wiet mensen beïnvloedt (Ferber et al., 2020).
Afstappen van de traditionele wiettaal
De termen 'sativa' en 'indica' dateren uit de 18e eeuw. Ze ontstonden om cannabis te classificeren op basis van morfologische verschillen. Meer dan tweehonderd jaar later gebruiken we dezelfde termen echter ook om de effecten van verschillende soorten wiet te beschrijven, vrijwel zonder wetenschappelijke onderbouwing!
We leren in rap tempo veel meer over cannabis en kunnen de chemische samenstelling van de wietplant tegenwoordig in laboratoria testen. Daarnaast wordt wiet ook steeds toegankelijker als gevolg van wetswijzigingen. Al met al is het misschien tijd dat we de eeuwenoude terminologie laten vallen en voor wetenschappelijk onderbouwde termen op basis van chemische profielen kiezen.
Wat dacht je van dit citaat, afkomstig uit een interview uit 2016 met de veelgeprezen onderzoeker dr. Ethan Russo:
"We kunnen op geen enkele manier de biochemische inhoud van een cannabisplant raden op basis van de hoogte, vertakkingen of bladvorm. De mate van kruising/hybridisatie is zodanig dat alleen een biochemische test een gebruiker of wetenschapper kan vertellen wat er werkelijk in de plant zit" ().
Gelukkig heb je de termen 'indica' en 'sativa' niet nodig om een soort te vinden die aan je behoeften voldoet. Dankzij vooruitgang in breeding en de wetenschap kunnen zadenbanken en coffeeshops tegenwoordig een veel beter idee geven van de mogelijke effecten en kweekeigenschappen van een wietplant. Het is dus niet meer nodig om op de termen 'sativa' en 'indica' af te gaan. Bij Zamnesia vind je een grote selectie soorten van topkwaliteit die allemaal een unieke impact hebben, waar je in de gedetailleerde omschrijving meer over kunt lezen!
Het enige dat je nog hoeft te doen, is de opties verkennen en bepalen wat voor jou het aantrekkelijkst is. Daarnaast kun je ervaren kwekers en gebruikers om advies vragen. Uiteindelijk is dat de beste manier om te ontdekken wat verschillende soorten wiet te bieden hebben.